[bleu marine]Om hun taken correct en veilig te kunnen uitvoeren, krijgen werknemers arbeids- en beschermingsmiddelen en werkkleding[/bleu marine]
Klik hier voor Fiche 8 in PDF
Arbeidsmiddelen zijn installaties, machines, gereedschap en apparatuur die op de arbeidsplaats gebruikt worden om het werk uit te voeren. De minimale gebruiksvoorschriften voor die arbeidsmiddelen (in dienst/buiten dienst stellen, gebruik, transport, herstelling, onderhoud/service) worden bepaald in titel 2 van boek IV van de codex over het welzijn op het werk.
Al van bij de aankoop [[Cf. fiche 8.1. Arbeidsmiddelen aankopen: de procedure van de drie groene lichten.]] moet de werkgever ervoor zorgen dat er, rekening houdend met de werkpost (de taak, de omgeving en de werknemer), arbeidsmiddelen gekozen worden die veilig en gezond zijn voor de werknemers.
Als een arbeidsmiddel een specifiek risico vormt, moet de werkgever ervoor zorgen dat het gebruikt wordt door een vakbekwame werknemer, die een opleiding gekregen heeft. Werknemers moeten ook informatie krijgen over het gebruik van arbeidsmiddelen en de risico’s die eraan verbonden zijn.
Wanneer ze gemechaniseerd gereedschap of machines gebruiken, moeten de werknemers over de volgende informatie beschikken:
- schriftelijke instructies over de werking, het gebruik, de controle en het onderhoud ervan;
- veiligheidsinformatie.
- mobiele arbeidsmiddelen (boek IV, titel 3);
- arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (boek IV, titel 4);
- arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (boek IV, titel 5). In fiche 8.4. worden deze besproken.