Gebouwen
- Er zijn één of meer plattegronden van de inrichting waarop de ligging van de volgende elementen is aangegeven:
- toegangs- en evacuatieroutes;
- brandbestrijdingsmiddelen;
- hoofdschakelaar van de elektrische installatie;
- hoofdkraan van de gasaansluiting, de stookruimte (en zijn bijgebouwen), bestemming van het pand;
- lokalen van de 1e en 2e groep volgens art. 52 AVG;
- de gebouwen zijn goed bereikbaar voor brandweervoertuigen;
- gebouwen of terreinen met een hoge bezettingsgraad hebben meerdere voldoende brede nooduitgangen, waardoor evacuatie in verschillende richtingen mogelijk is;
- vanuit elke kamer is het mogelijk om in twee richtingen te vluchten;
- de trappenhuizen zijn gescheiden door brandwerende wanden en deuren;
- het gebouw is door middel van brandwerende wanden en deuren opgedeeld in brandwerende compartimenten (verticaal/horizontaal);
- deuren in vluchtroutes openen in de richting van evacuatie (uitgang). Ze kunnen niet in deze richting worden vergrendeld;
- licht ontvlambare constructie- of afdekmaterialen moeten worden vermeden (bijv. geëxpandeerd polystyreen, onbehandeld polyurethaan of brandbare plafond- of vloerbedekkingen);
- veiligheidsborden voldoen aan de voorschriften. De reglementaire pictogrammen zijn op oordeelkundige wijze aangebracht en geven aan:
- de aanwezigheid van brandbestrijdingsmiddelen;
- uitgangen, nooduitgangen en de routebeschrijving ernaartoe, alsmede de verzamelplaats;
- de opslag van explosieve materialen;
- opslag van brandbare materialen en preparaten;
- een verbod op het gebruik van open vuur in de nabijheid van plaatsen waar explosieve stoffen en preparaten zijn opgeslagen;
- het rookverbod (ter herinnering, dit verbod is nu veralgemeend, behalve in geautoriseerde en uitgeruste plaatsen);
- het nummer van elke verdieping is duidelijk aangegeven op de bordessen en bij de toegangen van de liften en trappenhuizen.

Apparatuur
- Alle apparatuur en installaties voor elektriciteit, verwarming, koken, etc. (en hun faciliteiten) voldoen aan wettelijke vereisten en toepasselijke normen;
- een telefoontoestel is aangesloten op het openbare net;
- brandbestrijdingsmiddelen zijn in goede staat, goed bewegwijzerd, in voldoende hoeveelheid aanwezig, toegankelijk en goed verspreid in alle gebouwen;
- in keukens zijn friteuses uitgerust met een blusmiddel (bv.: deksel of automatische blussing) en een automatische stroomonderbreking;
- noodverlichting, die bij stroomuitval werkt op een onafhankelijke energiebron, dient minimaal de evacuatieroutes uit te rusten;
- de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen om gaslekken te voorkomen.
Periodieke controles
- Alle brandbeveiligings-, evacuatie- en compartimenteringsapparatuur wordt regelmatig gecontroleerd door een verantwoordelijke persoon;
- de blussers en andere brandbeveiligingsinstallaties regelmatig (minstens eenmaal per jaar) worden onderhouden door een bevoegd persoon of bedrijf en periodiek worden gecontroleerd door een bevoegde derde instantie;
- de rookkanalen en de kanalen van de afzuigkappen worden jaarlijks gecontroleerd en indien nodig gereinigd;
- de kapfilters worden meerdere keren per jaar gereinigd;
- er vindt regelmatig (minstens één keer per maand) controle plaats om na te gaan of de blussers zich op de aangegeven plaats bevinden en of hun veiligheidsspeld nog verzegeld is;
- er vindt regelmatig controle plaats om te controleren of de vluchtroutes niet worden belemmerd en of de branddeuren niet worden geblokkeerd in geopende stand;
- er wordt dagelijks een ronde gemaakt om te controleren of alle deuren en ramen gesloten zijn, om het risico op brandstichting of vandalisme te verkleinen;
- waarnemingen met betrekking tot periodieke controles en eventuele storingen worden zorgvuldig vastgelegd in een boek (veiligheidsregister);
- één persoon is verantwoordelijk voor het bewaken van controles, onderhoud en inspecties en eventuele reparaties.
Instructies en oefeningen
- De functies, verantwoordelijkheden en acties bij brand of calamiteiten zijn vastgelegd in een interne procedure;
- het personeel is opgeleid om te reageren op een noodsituatie;
- er is een persoon aangewezen als verantwoordelijke voor de beveiliging en alle vragen of opmerkingen met betrekking tot de beveiliging moeten aan die persoon worden gericht;
- er is een persoon aangewezen die verantwoordelijk is voor het verwittigen van de brandweer, via het alarmnummer "100-112", in geval van brand of calamiteit;
- brandveiligheidsinstructies zijn voldoende en op zichtbare plaatsen opgehangen en goed bereikbaar (bijv. uitgangen, trappen);
- de te volgen procedure bij brand wordt schriftelijk meegedeeld en toegelicht aan personeelsleden (maar ook aan elk nieuw lid en stagiairs);
- de taakverdeling bij brand is helder gedefinieerd voor:
- De richting ;
- de hiërarchische lijn;
- administratief en onderhoudspersoneel;
- het interventie- en/of ontruimingsteam.
- het personeel is geïnstrueerd in de bediening van brandbeveiligingsmiddelen (bijv. automatische branddetectie- en blusinstallaties).
- in overleg met de beheerder(s) wordt minimaal eenmaal per jaar een goed voorbereide ontruimingsoefening georganiseerd;
- eventuele oefeningen en incidenten worden altijd gevolgd door een assessment waarna de te volgen instructies zo nodig worden aangepast;
- het is verboden vlammen te produceren zonder adequate preventieve maatregelen te nemen;
- het is verboden te roken in de gebouwen, met uitzondering van de daartoe voorziene en uitgeruste lokalen.