De werkgever moet de nodige maatregelen nemen om brand te voorkomen, het uitbreken van brand snel en doeltreffend bestrijden en onmiddellijk de gemeentelijke of regionale brandweer waarschuwen. Bepaalde activiteiten zijn onderworpen aan specifieke voorschriften inzake brandpreventie en -beveiliging.
Pdf-versie Blad 9.4.1
Onderstaande inventaris wordt gemaakt op basis van de checklist voor scholen uitgevoerd door de ANPI [[De ANPI (Nationale Vereniging voor de Bescherming tegen Brand en Diefstal) is een vzw opgericht door Belgische verzekeringsmaatschappijen, gegroepeerd binnen de Beroepsvereniging van verzekeringsmaatschappijen (Assuralia). Vandaag zijn naast de verzekeraars ook alle branchefederaties en beroepsverenigingen die zich bezighouden met brand- en diefstalpreventie lid van de ANPI. Ook de overheid is er vertegenwoordigd. De ANPI zorgt met name voor audits, controleopdrachten voor brand- en diefstalbeveiligingsinstallaties, ontruimingsoefeningen en informatie voor preventiemedewerkers via haar publicaties. Meer info op www.anpi.be]]. Het bevat een reeks minimumvereisten waaraan vestigingen en verenigingen moeten voldoen, zonder alle wettelijke of contractuele vereisten weer te geven die van toepassing kunnen zijn. Het kan een door de overheid of aannemers opgelegd preventie- of inspectiebezoek niet vervangen.
Deze lijst is niet uitputtend en gaat niet in op specifieke vereisten met betrekking tot de sector en het soort activiteit. Het moet dus worden ingevuld volgens de uitgevoerde analyse (de brandweer, uw verzekering of een gespecialiseerde preventieorganisatie kan u hierbij helpen)[[Referentie: ANPI magazine nr. 136, juni 1997]].
Gebouwen
- Er zijn één of meer plattegronden van de inrichting waarop de ligging van de volgende elementen is aangegeven:
- toegangs- en evacuatieroutes;
- brandbestrijdingsmiddelen;
- hoofdschakelaar van de elektrische installatie;
- hoofdkraan van de gasaansluiting, de stookruimte (en zijn bijgebouwen), bestemming van het pand;
- lokalen van de 1e en 2e groep volgens art. 52 AVG;
- de gebouwen zijn goed bereikbaar voor brandweervoertuigen;
- gebouwen of terreinen met een hoge bezettingsgraad hebben meerdere voldoende brede nooduitgangen, waardoor evacuatie in verschillende richtingen mogelijk is;
- vanuit elke kamer is het mogelijk om in twee richtingen te vluchten;
- de trappenhuizen zijn gescheiden door brandwerende wanden en deuren;
- het gebouw is door middel van brandwerende wanden en deuren opgedeeld in brandwerende compartimenten (verticaal/horizontaal);
- deuren in vluchtroutes openen in de richting van evacuatie (uitgang). Ze kunnen niet in deze richting worden vergrendeld;
- licht ontvlambare constructie- of afdekmaterialen moeten worden vermeden (bijv. geëxpandeerd polystyreen, onbehandeld polyurethaan of brandbare plafond- of vloerbedekkingen);
- veiligheidsborden voldoen aan de voorschriften. De reglementaire pictogrammen zijn op oordeelkundige wijze aangebracht en geven aan:
- de aanwezigheid van brandbestrijdingsmiddelen;
- uitgangen, nooduitgangen en de routebeschrijving ernaartoe, alsmede de verzamelplaats;
- de opslag van explosieve materialen;
- opslag van brandbare materialen en preparaten;
- een verbod op het gebruik van open vuur in de nabijheid van plaatsen waar explosieve stoffen en preparaten zijn opgeslagen;
- het rookverbod (ter herinnering, dit verbod is nu veralgemeend, behalve in geautoriseerde en uitgeruste plaatsen);
- het nummer van elke verdieping is duidelijk aangegeven op de bordessen en bij de toegangen van de liften en trappenhuizen.

Apparatuur
- Alle apparatuur en installaties voor elektriciteit, verwarming, koken, etc. (en hun faciliteiten) voldoen aan wettelijke vereisten en toepasselijke normen;
- een telefoontoestel is aangesloten op het openbare net;
- brandbestrijdingsmiddelen zijn in goede staat, goed bewegwijzerd, in voldoende hoeveelheid aanwezig, toegankelijk en goed verspreid in alle gebouwen;
- in keukens zijn friteuses uitgerust met een blusmiddel (bv.: deksel of automatische blussing) en een automatische stroomonderbreking;
- noodverlichting, die bij stroomuitval werkt op een onafhankelijke energiebron, dient minimaal de evacuatieroutes uit te rusten;
- de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen om gaslekken te voorkomen.
Periodieke controles
- Alle brandbeveiligings-, evacuatie- en compartimenteringsapparatuur wordt regelmatig gecontroleerd door een verantwoordelijke persoon;
- de blussers en andere brandbeveiligingsinstallaties regelmatig (minstens eenmaal per jaar) worden onderhouden door een bevoegd persoon of bedrijf en periodiek worden gecontroleerd door een bevoegde derde instantie;
- de rookkanalen en de kanalen van de afzuigkappen worden jaarlijks gecontroleerd en indien nodig gereinigd;
- de kapfilters worden meerdere keren per jaar gereinigd;
- er vindt regelmatig (minstens één keer per maand) controle plaats om na te gaan of de blussers zich op de aangegeven plaats bevinden en of hun veiligheidsspeld nog verzegeld is;
- er vindt regelmatig controle plaats om te controleren of de vluchtroutes niet worden belemmerd en of de branddeuren niet worden geblokkeerd in geopende stand;
- er wordt dagelijks een ronde gemaakt om te controleren of alle deuren en ramen gesloten zijn, om het risico op brandstichting of vandalisme te verkleinen;
- waarnemingen met betrekking tot periodieke controles en eventuele storingen worden zorgvuldig vastgelegd in een boek (veiligheidsregister);
- één persoon is verantwoordelijk voor het bewaken van controles, onderhoud en inspecties en eventuele reparaties.
Instructies en oefeningen
- De functies, verantwoordelijkheden en acties bij brand of calamiteiten zijn vastgelegd in een interne procedure;
- het personeel is opgeleid om te reageren op een noodsituatie;
- er is een persoon aangewezen als verantwoordelijke voor de beveiliging en alle vragen of opmerkingen met betrekking tot de beveiliging moeten aan die persoon worden gericht;
- er is een persoon aangewezen die verantwoordelijk is voor het verwittigen van de brandweer, via het alarmnummer "100-112", in geval van brand of calamiteit;
- brandveiligheidsinstructies zijn voldoende en op zichtbare plaatsen opgehangen en goed bereikbaar (bijv. uitgangen, trappen);
- de te volgen procedure bij brand wordt schriftelijk meegedeeld en toegelicht aan personeelsleden (maar ook aan elk nieuw lid en stagiairs);
- de taakverdeling bij brand is helder gedefinieerd voor:
- De richting ;
- de hiërarchische lijn;
- administratief en onderhoudspersoneel;
- het interventie- en/of ontruimingsteam.
- het personeel is geïnstrueerd in de bediening van brandbeveiligingsmiddelen (bijv. automatische branddetectie- en blusinstallaties).
- in overleg met de beheerder(s) wordt minimaal eenmaal per jaar een goed voorbereide ontruimingsoefening georganiseerd;
- eventuele oefeningen en incidenten worden altijd gevolgd door een assessment waarna de te volgen instructies zo nodig worden aangepast;
- het is verboden vlammen te produceren zonder adequate preventieve maatregelen te nemen;
- het is verboden te roken in de gebouwen, met uitzondering van de daartoe voorziene en uitgeruste lokalen.