Werkblad 8.3.1 Beveiligingslogboeksjabloon

In voor het publiek toegankelijke inrichtingen/verenigingen moet een brandveiligheidsregister worden bijgehouden, waarin de gegevens zijn opgenomen die essentieel zijn voor het goed functioneren van de bewakingsdienst, zoals gedefinieerd in de Blad 8.3. Pdf-versie Bestand 8.3.1. Dit register maakt het mogelijk om de conformiteit van veiligheidsinstallaties te waarborgen en om toezicht te houden op alle werkzaamheden om preventieve maatregelen te implementeren. Het wordt methodisch bijgehouden en vormt een waar dashboard van de staat van gebouwen en technische installaties. Voor elke uitgevoerde inspectie/onderhoud van apparatuur worden de ontvangen facturen, kopieën van facturen, inspectierapporten, conformiteitscertificaten of andere ontvangen documenten in chronologische volgorde gearchiveerd. A. Algemene informatie eigen aan de instelling/vereniging (Zie blad 4.5.1. ERAP-model)
  • NAW, telefoons, medewerkers, activiteiten en vertegenwoordigers.
B. Eerstehulpdienst
  • Directie, beveiliger, assistent beveiliger, hulpverleners, EHBO'ers.
  • Locatie van de ziekenboeg en EHBO-koffers (met inhoudsopgave en vervaldata). 8_3_1.jpg C. Middelen van interventie
  • Locatie van brandblussers/haspels/hydranten (of brandkranen).
  • Jaarlijkse inspectie/onderhoud.
  • Maandelijkse verificatie/controle van de muurhaspels door de PBM (First Intervention Team Members).
  • Keuring om de 3 jaar van slanghaspels en brandkranen voor wandmontage: stromings-/druktesten. D. Alarm- en alarmvoorziening
  • Type meldingssysteem aan externe hulpdiensten (zie Fiche 4.5.1. PIU-model).
  • Periodieke controle noodtelefoons (intern).
  • Jaarlijks onderhoud van het alarm/alarmsysteem.
  • Maandelijkse test van het alarm/alarmsysteem. De testen worden elke maand op hetzelfde tijdstip uitgevoerd. E. Branddetectie installatie
  • De inrichting wordt bewaakt door een algemene detectie-installatie O Ja O Nee.
  • Of door een wisseldetectie installatie O Ja O Nee.
  • Indien puntdetectie-installatie: vermeld de bewaakte gevaarlijke punten (bijv.: stookruimte, afzettingen van gas en brandbare vloeistoffen, enz.).
  • Jaarlijkse inspectie en halfjaarlijks onderhoud van het branddetectiesysteem.
F. Compartimentering (deuren en scheidingswanden)
  • Jaarlijkse inspectie en halfjaarlijks onderhoud van het branddetectiesysteem. G. Beveiligingsverlichting
  • De voeding van de noodverlichting wordt verzorgd door:
    • losse blokken O Ja O Nee;
    • een centrale bron O Accumulatie batterijen O Generator.
  • Locatie van noodverlichtingspunten (type en locatie).
  • Jaarlijkse test van een uur (uitgevoerd bij leegstand).
  • Maandelijkse test veiligheidsverlichting bij stroomuitval.
H. Elektrische laagspanningsinstallatie
  • Jaarlijkse controle en onderhoud van de elektrische laagspanningsinstallatie.
I. Elektrische hoogspanningsinstallatie (hoogspanningscabine) – (De meeste verenigingen hebben dit type installatie niet.)
  • Jaarlijkse inspectie en onderhoud van de elektrische hoogspanningsinstallatie.
  • Maandelijks controlebezoek aan hoogspanningscabines.
  • Risicoanalyse van oude elektrische installaties.
J. Gasverdeelinstallatie (en toestellen)
  • Jaarlijkse inspectie en onderhoud van de gasdistributie-installatie en aangesloten toestellen, waaronder gasketels en gasboilers.
  • Jaarlijks vegen van schoorstenen en rookkanalen. K. Gasdetectie-installatie – (De meeste verenigingen hebben dit type installatie niet.)
  • Bouwjaar van de installatie.
  • Naam installateur.
  • Installatie jaarlijks gecontroleerd door O Installateur O Geaccrediteerde instantie.
  • Locatie van gasdetectoren (locaties).
  • Jaarlijkse inspectie en onderhoud van de gasdetectie-installatie.
L. Verwarmingssysteem op vloeibare of vaste brandstof (bijv. olie, kolen)
  • Locatie van de verwarmingsinstallatie.
  • Jaarlijks onderhoud en vegen van de verwarmingsinstallatie. M. Controle van olietanks
  • Frequentie (zie blad 8.2.1. Lijst van controles).
  • Een gekleurde plaat met het resultaat van de test zal door de bevoegde technicus op de vullijn worden aangebracht.
N. Hefwerktuigen (liften, takels, vorkheftrucks, kranen, enz.)
  • Beschrijving (type, fabrikant, jaar van ingebruikname en apparaatnummer) en plaats van hijsmiddelen.
  • Driemaandelijkse inspectie en onderhoud (conform contract) van hijsmiddelen.
  • Risicoanalyse voor liften – Om de 10 jaar (KB van 2 maart 2003 betreffende de veiligheid van liften). O. Mobiele ladders en steigers
  • Overzichtstabel met bedieningselementen.
P. Machines en gereedschappen (inclusief keukenapparatuur)
  • Inspectie en onderhoud (zie blad 8.2.1. Lijst van inspecties).
  • Overzichtstabel van controles en interviews. Q.Structuren en ankers
  • Jaarlijkse inspectie: dit zijn vaste of op de grond geplaatste voorwerpen, hangende uitrustingen (opslagrekken, kastplanken, metalen ladders en trappen, partytenten en podia, ankers voor glazenwassersinstallaties, gondels gebruikt voor onderhoud van installaties, enz.), de breuk waarvan een ongeval kan veroorzaken.
A. Drukvaten en compressoren – (De meeste verenigingen hebben dit type installatie niet.)
  • Controle van drukvaten en compressoren (extern en intern bezoek).
S. Stand-bygenerator (Zie blad 8.2.1. Lijst met controles) T. Persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Lijst van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals: schoenen, handschoenen, hoofd-/gehoorbeschermingshelmen, veiligheidsbrillen en beschermingsmiddelen voor werken op hoogte (harnassen, enz.). Vermeld de betrokken werknemers.
  • Controle van persoonlijke beschermingsmiddelen.
U. Installatie van inbraakbeveiliging (anti-inbraakalarm) V. Opleiding (Zie blad 3.7. trainingen)
  • Afhankelijk van het type werk dat wordt uitgevoerd, moet het personeel worden opgeleid.
  • Eerste antwoorders.
  • HACCP / keukenhygiëne (HACCP: Hazard analysis critical control point = Analyse van gevaren; kritische punten voor hun beheersing.)
  • Handmatige behandeling van ladingen.
  • Elektrische opleiding BA4 of BA5.
  • Arbeidsmiddelen (gevaarlijke machines: maaier, heggenschaar, kettingzaag, enz.).
  • Steigers/ladders/harnassen en valbeveiliging.
  • Heftruck.
  • Andere formaties.
  • Voor elk type training moet het volgende blad worden ingevuld en de opleidingscertificaten voor werknemers worden na het overeenkomstige blad gearchiveerd.
W. Asbestinventarisatie X. Veiligheidsinstructies (Zie blad 4.5.1. ERAP-model) Y. Plannen van de vestiging (Zie blad 4.5.1. ERAP-model) Z. Ontruimingsoefeningen (Zie blad 4.5.1. ERAP-model) JJ. Bezoek van de regionale/lokale brandweer
  • De regionale brandweer SRI moet voor gebouwen met een verblijfsfunctie om de 3 jaar en voor de overige om de 5 jaar een bezoek van de regionale brandweer SRI uitvoeren. De SRI (Regionale Brandweer) moet het veiligheidslogboek aftekenen en alle rapporten moeten worden bijgehouden.
BB. Andere bezoeken 1. SEPP – Arbeidsgeneeskunde Lijst met werkstations die mogelijk medisch toezicht of vaccinatie vereisen. Voorbeelden: kraamzorg, bewakingspost, medisch en paramedisch personeel, afhandelingspersoneel, beeldschermwerk, oppervlakteonderhoud, tuinonderhoud, enz. 2. SEPP – Risicobeheer 3. Andere organen Controle van de BET SPF ETCS.

Bijgevoegde documenten

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van ons nieuws