Aandoeningen van het bewegingsapparaat (SSA) vormen de belangrijkste oorzaak van beroepsziekten in België.
PDF-versie Blad 10.4
“ Van alle oorzaken van werkgerelateerde ziekten wordt ‘stress’ het vaakst genoemd, omdat het enerzijds de oorzaak is van bijna 20% van al het verzuim dat jaarlijks in België wordt geregistreerd, en anderzijds een van de de huidige prioriteiten van politieke leiders. Hoewel het begrijpelijk is dat “stress” en het psychologische welzijn van de Belgische werknemers een punt van zorg zijn, lijkt één feit over het hoofd te zijn gezien. Het ziekteverzuim als gevolg van ‘stress’ is weliswaar hoog, maar minstens twee keer zo hoog als gevolg van aandoeningen van het bewegingsapparaat (SSA) zoals rugpijn, overmatige belasting van nek of arm en gewrichtsziekten. Aandoeningen aan het bewegingsapparaat zijn veruit de belangrijkste oorzaak van beroepsziekten in België. »[[Musculoskeletale aandoeningen en de Belgische arbeidsmarkt, Work Foundation, 2009. ]] DE problemen met het bewegingsapparaat (MSD) zijn aandoeningen van het spier- of skeletstelsel van een of meer delen van de bovenste (schouders, ellebogen, polsen) of onderste ledematen (knieën) en van de nek of rug, die te wijten zijn aan zwaar werk, repetitief werk of in een langdurige statische positie. Ze houden verband met een onevenwicht, een mismatch tussen de fysieke capaciteiten van de werknemer en de eisen van de werksituatie. Het is moeilijk om een definitieve diagnose van aandoeningen aan het bewegingsapparaat te stellen, omdat deze door veel variabele factoren kunnen worden veroorzaakt.
Bronnen: www.irsst.qc.ca/manutention/index.html Voor meer informatie, de FOD Werkgelegenheid heeft verschillende brochures geschreven, vooral in de sector gezinshulp en voorschoolse opvang.

Wat zegt de wetgeving?
Er zijn geen wetten specifiek voor aandoeningen van het bewegingsapparaat. Deze risico’s worden echter in aanmerking genomen in verschillende hoofdstukken van de Code over het welzijn op het werk, in het bijzonder de hoofdstukken over trillingen (vgl. blad 10); arbeidsmiddelen (zie blad 8 “Arbeidsmiddelen”); beeldschermwerk en werk- en ruststoelen (vgl.bladen 8.4 “Specifieke bepalingen” en 8.4.1 “Werksituatie achter een scherm”); en het handmatig hanteren van lasten (vgl. blad 10.4.1 “Handmatig hanteren van lasten”).Belangrijkste risicofactoren voor aandoeningen aan het bewegingsapparaat
Het identificeren van de oorsprong van aandoeningen van het bewegingsapparaat (SSA) is niet eenvoudig. Hun geleidelijke verschijning, maar ook de diversiteit aan klachten, bemoeilijkt de analyse van de feiten bij hun oorsprong. Bovendien komt het zelden voor dat een blessure door één enkele factor wordt veroorzaakt, omdat er doorgaans meerdere factoren nodig zijn. Omdat aandoeningen aan het bewegingsapparaat een multifactoriële oorsprong hebben, is het noodzakelijk om alle beperkingen te analyseren: fysiek (biomechanisch), organisatorisch en omgevingsgebonden. Ook individuele factoren (geslacht, leeftijd, ziekte, lichamelijke conditie, vermoeidheid, beroepservaring) spelen een rol. De risicoanalyse van aandoeningen aan het bewegingsapparaat zal zich daarom richten op vier groepen risicofactoren:- fysieke of biomechanische factoren: inspanningen, ongemakkelijke of gevaarlijke houdingen (werken met de armen in de lucht, hurken, leunen, enz.), herhaling van dezelfde gebaren, trillingen;
- omgevingsfactoren: aard van de werkruimte, overmatige kou of hitte, tocht, slechte verlichting, lawaai;
- organisatorische factoren: de organisatie van het werk (snel tempo, eentonigheid, werken onder druk, te korte deadlines) en temporele organisatie (afwezigheid van pauzes of afwisseling van taken, duur van het werk, overuren);
- persoonlijke factoren enerzijds: geslacht, leeftijd, beroepservaring, context (bijvoorbeeld terugkeer na een handicap, nieuwe functie); en psychosociaal aan de andere kant: slechte werkrelaties, gebrek aan controle over het eigen werk of deelname aan de eigen organisatie, lage erkenning op het werk, risico op ontslag, zinloos werk, gebrek aan wederzijdse hulp, gebrek aan middelen om zijn werk goed uit te voeren, gevoel dat het een mislukking is, enz.
Middelen ter preventie
De werkgever moet het welzijn van zijn werknemers bevorderen bij de uitvoering van hun werk [[Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, MB van 18 september 1996.] ]. Hij zorgt ervoor dat het werk wordt aangepast aan de fysieke mogelijkheden van mensen, door rekening te houden met de volgende elementen: de organisatie van het werk en de werk- en productiemethoden (bijvoorbeeld: minder eentonig of ritmisch werk); de inrichting van plekken en werkplekken (ergonomie); de keuze en het gebruik van werk- en persoonlijke beschermingsmiddelen; psychosociale last. Wanneer het niet mogelijk is een risico volledig uit te sluiten, is het vaak wel mogelijk om het op verschillende manieren aanzienlijk te verminderen. Er zijn drie opties die moeten worden overwogen, die elkaar niet noodzakelijkerwijs uitsluiten: het is vaak effectiever om ze op een complementaire manier te gebruiken:- op technisch niveau: richt de werkplek, de ruimte, de organisatie en de werkomgeving in; uitrusting kiezen en onderhouden samen met werknemers; gebruik maken van externe hulp (mechanische hulp, beschermingsmiddelen);
- op organisatorisch niveau: taken diversifiëren en werk organiseren om wederzijdse hulp aan te moedigen, pauzes voorzien, duidelijke doelstellingen formuleren, de ergonomische indeling van werkplekken stimuleren;
- op menselijk niveau: organiseer informatie en training aangepast aan de context, verwelkom nieuwkomers, moedig de beoefening van regelmatige fysieke activiteit aan.

