Fiche 8.1. Arbeidsmiddelen aankopen: de procedure van de drie groene lichten

partagez :

[bleu marine]De zogenaamde procedure “van de drie groene lichten” volgen zorgt ervoor dat nieuwe risico’s door de aankoop van een arbeidsmiddel onder controle gehouden worden.[/bleu marine] [[Codex, boek IV, titel 2 Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen]] Klik hier voor Fiche 8.1 in PDF De regel van de drie groene lichten zorgt ervoor dat bij de aankoop van een arbeidsmiddel de risico’s onder controle gehouden worden. Het proces bestaat uit drie stappen: 1) Vóór de bestelling. 2) Bij levering. 3) Bij installatie. De regel van de drie groene lichten is van toepassing op: – machines of toestellen die een uitgerust geheel (of dat uitgerust zal worden) vormen en die aangedreven worden door een ander systeem dan rechtstreeks uitgeoefende mankracht (een systeem van onderling verbonden onderdelen of componenten waarvan er ten minste één beweegbaar is en die voor een bepaalde toepassing samengebouwd zijn). Voorbeelden: gereedschapsmachines (houtbewerkingsmachine, boormachine, grasmaaier), mobiele arbeidsmiddelen (vorkheftruck); bouwmachines, land- of tuinbouwmachines met accessoires, hijs- en hefwerktuigen, keukenmateriaal, materiaal voor gemeenschappelijk gebruik (vaatwasmachines, wasmachines) enz.; – mechanisch gereedschap, m.a.w. gereedschap dat geactiveerd wordt door een andere kracht dan spierkracht. Bv.: laspost, pneumatisch gereedschap enz.; – collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen; De regel kan ook gebruikt worden bij de aankoop van – andere arbeidsmiddelen (bv.: ladders, steigers enz.); – installaties in gebouwen, m.a.w. apparatuur en voorzieningen die een geheel vormen (bv.: gasinstallatie, verwarmingsinstallatie, keukeninstallatie enz.); – nieuwe producten die een impact kunnen hebben op de gezondheid of de veiligheid van de werknemers. Bv.: onderhouds- en reinigingsproducten, onkruidverdelgers enz. Wanneer een nieuw arbeidsmiddel aangekocht wordt, komt de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPB) dus tussen op drie momenten… [orange]1) Risicobeheer vóór de bestelling: eerste groen licht[/orange] Bij de aankoop van een arbeidsmiddel moet de preventieadviseur zich informeren over de risico’s die het met zich meebrengt, mee de bestelbon opstellen en hem medeondertekenen. Voor alle bestellingen van materiaal moet de bestelbon algemene clausules bevatten die de verkoper verplichten tot naleving van: – de geldende wetgeving over het welzijn op het werk en andere relevante regelgeving (afhankelijk van de apparatuur die besteld wordt); – de voorwaarden op het vlak van veiligheid en hygiëne die nodig zijn om de doelstellingen inzake risicobeheer te halen; – conformiteit tussen het aanbod en alle bepalingen op de bestelbon. Afhankelijk van wat besteld wordt, kunnen aan het bestelformulier ook specifieke vereisten in verband met preventie en bescherming op het werk toegevoegd worden, met name in de vorm van aanbevelingen of normen die in acht genomen moeten worden. [orange]2) Risicobeheer bij de levering: tweede groen licht[/orange] De verkoper moet de koper een certificaat of attest bezorgen dat bevestigt dat het geleverde werktuig beantwoordt aan alle vereisten in verband met veiligheid en hygiëne die op de bestelbon staan. De interne preventieadviseur moet controleren of dat ook daadwerkelijk zo is. Het CPBW moet van dat attest op de hoogte zijn en het kunnen raadplegen. In dat attest verklaart de leverancier hoe hij aan de voorwaarden van de bestelling heeft voldaan. Hij moet ook een gebruiksaanwijzing meeleveren in de gebruikelijke taal van het bedrijf (de taal van het gebied waarin het werktuig gebruikt zal worden). [orange]3) Risicobeheer bij indienststelling: derde groen licht [/orange] De interne preventieadviseur moet in overleg met een aantal bevoegde personen (EDPB, specialisten, PAAA enz.) een indienststellingsverslag opstellen voordat het werktuig in gebruik genomen wordt[[Cf. fiche 8.1.1. Model opleverings- en indienststellingsverslag van arbeidsmiddelen.]]. Wanneer hij dat verslag leest, is het aan de werkgever om de verantwoordelijkheid op te nemen voor de al dan niet daadwerkelijke indienststelling van het arbeidsmiddel. Hij kan het dus beter voor akkoord ondertekenen. Het CPBW moet op de hoogte zijn van het bestaan van dat verslag en het kunnen raadplegen. De gebruiksinstructies van het arbeidsmiddel in kwestie moeten beschikbaar zijn in de taal van de gebruiker en de werknemers moeten ze begrijpen. [[Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en energie.]] [[“CE-markering geeft aan dat een product volgens de fabrikant aan alle EU-eisen voldoet qua veiligheid, gezondheid en milieubescherming. De markering is verplicht voor bepaalde categorieën producten die in de EU verkocht worden, ook als ze elders gemaakt zijn”. https://europa.eu/youreurope/business/product-requirements/labels-markings/ce-marking/index_nl.htm]] [[Aangemelde instantie: instantie of organisatie die bevoegd is om de taken in verband met de beoordeling van de conformiteit, die in bepaalde richtlijnen vermeld worden, uit te voeren. Die instantie wordt aangeduid door de lidstaat op het grondgebied waarop ze gevestigd is, op voorwaarde dat ze beantwoordt aan een aantal bevoegdheidscriteria en aan de vereisten van de betrokken richtlijn. Ze wordt aangemeld bij de Commissie en de andere lidstaten. Ze kan dus eigenlijk ook een erkend laboratorium genoemd worden.]] [[fiche 8.2. Externe Diensten voor Technische Controle.]]

Documents joints

Inscrivez-vous à notre newsletter et restez informé(e) de nos actualités