Bestand 3.5. De vakbondsafvaardiging

De vakbondsafvaardiging vertegenwoordigt de werknemers van de organisatie bij de werkgever. Pdf-versie Bestand 3.5

Legale basis

In tegenstelling tot de Ondernemingsraad (CE) en het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPPT), wordt de instelling van de vakbondsafvaardiging (DS) niet geregeld door de wet, maar door een collectieve arbeidsovereenkomst (CCT) afgesloten bij de Nationale Arbeidsraad: GDT nr. 5 . De voorwaarden voor het creëren van een vakbondsafvaardiging verschillen dus per paritair comité. In de niet-marktsector hebben de meeste paritaire (sub)commissies (S-CP) een cao ondertekend die de oprichting van een vakbondsafvaardiging regelt (zie hieronder: tabel met cao's). Anderzijds worden bij afwezigheid van CE en CPPT in een organisatie bepaalde bevoegdheden met betrekking tot de wet op het welzijn op het werk toegekend aan de vakbondsafvaardiging.

Kenmerken van CTC #5

  • Dit is een raamovereenkomst: alleen de essentiële principes met betrekking tot de bekwaamheid en werkwijze van vakbondsafvaardigingen zijn vastgelegd in cao nr. 5. De overige toepassingsmodaliteiten (betreffende de instelling en samenstelling) worden gespecificeerd op sectoraal niveau, of op dat van het bedrijf of de organisatie.
  • Het werd niet verplicht gesteld bij koninklijk besluit en bijgevolg binden de bepalingen ervan alleen de werkgevers die lid zijn van de werkgeversorganisaties die het hebben gesloten, en hun werknemers.
In tegenstelling tot cao nr. 5 zijn de meeste sectorale afspraken (ondertekend in S-CP) echter verplicht gesteld. Daarnaast is het altijd mogelijk om een GDT van bedrijf (of vereniging) af te sluiten: bij gebrek aan sectoraal GDT, of om de methodes in te vullen en te specificeren.

Samenstelling van de vakbondsafvaardiging

Vakbondsafgevaardigden worden door de vakbonden, onder de werknemers van het bedrijf, aangesteld of gekozen om het bij een vakbond aangesloten personeel te vertegenwoordigen. De vertegenwoordiging van werknemers door de vakbondsafvaardiging kan worden uitgebreid tot alle personeelscategorieën door een overeenkomst gesloten in S-CP. Een vakbondsafvaardiging zal worden ingesteld wanneer een of meer representatieve werknemersorganisaties die CAO nr. 5 hebben ondertekend daarom vragen aan de werkgever.

Andere toepassingsvoorwaarden

De overige toepassingsmodaliteiten voor de vaststelling en samenstelling worden aangevuld door de paritaire deelcommissies, en CAO nr. 5 specificeert de volgende punten:
  • het minimum aantal personeelsleden dat nodig is om een vakbondsafvaardiging op te richten;
  • indien van toepassing, het minimumaantal verzoeken van de werknemers dat de oprichting van een vakbondsafvaardiging rechtvaardigt;
  • het numerieke belang van de vakbondsafvaardiging;
  • de wijze van benoeming: benoeming of verkiezing;
  • verkiezings- en geschiktheidsvereisten;
  • de vertegenwoordiging van de verschillende categorieën personeel;
  • ambtstermijn;
  • de voorwaarden van het einde van het mandaat;
  • coördinatie tussen de afgevaardigden van de verschillende operationele kantoren.

Installatievoorwaarden van de vakbondsafvaardiging

CAO nr. 5 is een raamovereenkomst. Het legt de installatie van een vakbondsafvaardiging niet op. Deze verplichting kan daarentegen worden voorzien door de sectorale GDT's. Er moeten dan twee gevallen worden onderscheiden:
  1. Paritaire commissies die geen GDT hebben afgesloten met betrekking tot de vakbondsafvaardiging Werkgevers die afhankelijk zijn van deze paritaire commissies zijn niet verplicht de oprichting van een vakbondsafvaardiging te aanvaarden
  2. Paritaire commissies die een CAO hebben gesloten met betrekking tot de vakbondsafvaardiging
    1. Indien de cao niet verplicht is gesteld bij koninklijk besluit Werkgevers die onder deze paritaire commissies vallen, die onder de cao vallen en lid zijn van een werkgeversorganisatie die deze cao heeft ondertekend, zijn verplicht de oprichting van een vakbondsafvaardiging indien aan alle voorwaarden van deze cao is voldaan.
    2. Indien de cao verplicht is gesteld bij Koninklijk Besluit Alle werkgevers die onder deze paritaire commissies vallen en onder de reikwijdte van de cao vallen, zijn verplicht de oprichting van een vakbondsafvaardiging te aanvaarden, indien aan alle voorwaarden van deze cao is voldaan.

Bescherming en voorzieningen

Sectorale overeenkomsten specificeren de bescherming en faciliteiten die aan vakbondsafgevaardigden worden verleend. Het mandaat kan in ieder geval geen nadeel of bijzondere voordelen inhouden. Afgevaardigden kunnen niet worden ontslagen om redenen die inherent zijn aan de uitoefening van hun mandaat; ze hebben faciliteiten om hun mandaat uit te oefenen: bijvoorbeeld tijd onder werktijd, of de mogelijkheid om vakbondstrainingen te volgen.

Vaardigheden van de vakbondsafvaardiging

Volgens cao nr. 5 maken de volgende zaken deel uit van de vaardigheden en bevoegdheden van de vakbondsafvaardiging:
  • werk relaties;
  • onderhandelingen voor het sluiten van lokale cao's;
  • de toepassing van de sociale wetgeving in het bedrijf (contracten en arbeidsreglementen, enz.);
  • de mogelijkheid om gehoord te worden in geval van (risico op) geschillen of geschil van collectieve aard;
  • bijstand aan werknemers bij een individuele klacht;
  • het recht op voorafgaande informatie over wijzigingen die de contractuele of gebruikelijke arbeidsvoorwaarden en beloning kunnen wijzigen;
  • het opnemen van de taken van de ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming op het werk, indien deze organen niet bestaan.
Bij afwezigheid van CE en CPPT is de vakbondsdelegatie bevoegd voor de volgende zaken: Bij afwezigheid van CPPT De wet van 4 augustus 1996 bepaalt dat de DS, bij afwezigheid van het CPPT, wordt geïnformeerd en geraadpleegd over alle vragen die onder de bevoegdheid van het CPPT vallen (zien blad 3.4) en oefent onder meer de volgende missies uit:
  • adviezen uitbrengen en voorstellen formuleren over het beleid van welzijn op het werk, het globaal preventieplan en het jaarlijkse actieplan;
  • samenwerken bij screening en risicobeoordeling;
  • meewerken aan de ontwikkeling van een preventiebeleid;
  • maatregelen te ontwikkelen voor de opvang van werknemers, hun voorlichting (en hun opleiding) op het gebied van preventie;
  • de activiteit van SIPP en SEPP volgen;
  • zorgen voor de juiste toepassing van het medisch toezicht op werknemers;
  • een beroep doen op de arbeidsinspectiediensten bij een probleem;
  • adviezen geven en voorstellen doen over werkplekken (verwarming, sociale ruimten, enz.);
  • de kwaliteit van de interne en externe omgeving waarborgen;
  • betrokken raken bij de preventie van psychosociale risico's op het werk (stress, geweld, intimidatie);
  • adviezen uitbrengen over de risico's bij de introductie van nieuwe apparatuur of nieuwe technologieën;
  • informatie ontvangen en vooraf advies geven over maatregelen ter preventie van alcohol en drugs.
Bij afwezigheid van EC Als er geen ondernemingsraad is, kan de DS bepaalde bevoegdheden op zich nemen, met name in deze zaken:
  • informatie over de algemene vooruitzichten van de organisatie en hun gevolgen voor de werkgelegenheid, evenals over beslissingen die de organisatie van het werk aanzienlijk kunnen wijzigen (bijvoorbeeld een fusie, een overname);
  • sluiting en collectief ontslag, evenals outplacement;
  • gelijke kansen voor mannen en vrouwen;
  • het sociaal verslag;
  • maatregelen ten gunste van werkgelegenheid (bv. maatregelen gericht op jonge of oudere werknemers, arbeidstijdverkorting, tijdskrediet, arbeids-opleidingsovereenkomsten, Maribel social, Tandemplan, enz.);
  • aanvragen voor vervroegd pensioen (en hun eventuele vervanging);
  • nieuwe technologie ;
  • het vaststellen en wijzigen van arbeidsreglementen;
  • betaald educatief verlof;
  • enz

Intercentrische vakbondsdelegatie.

Sommige non-profitsectoren hebben een vakbondsafvaardiging voorzien voor verschillende werkgeversverenigingen, bijvoorbeeld in Brussel of in het Waalse Gewest. De GDT's die ze hebben ingesteld, kunnen al dan niet verplicht worden gesteld bij koninklijk besluit. Zie de volgende tabel.

CAO's met betrekking tot vakbondsafvaardiging in de non-profitsector

3.5_1.png
Onthouden
  • DS: niet gekozen maar benoemd door de vakbonden; geïnstalleerd volgens de voorwaarden van CCT nr. 5 en de CCT's van de S-CP's.
  • CPPT: paritair orgaan bij wet opgericht en geïnstalleerd indien er meer dan 50 werknemers zijn; samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers gekozen bij sociale verkiezingen (om de 4 jaar).
  • EG: paritair orgaan bij wet opgericht en geïnstalleerd indien er meer dan 100 werknemers zijn; samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers gekozen bij sociale verkiezingen (om de 4 jaar).
3.5_2-2.jpg

Bijgevoegde documenten

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van ons nieuws